Bakkerij
Ik ben eind juni 1989 gestopt met werken in het Diaconessenhuis in Groningen. Op dat moment eindigde ook mijn opleiding aan het KMBO.
Op 1 juli begon ik met werken in de bakkerij van mijn ouders, cakebakkerij Weering in nieuwe Pekela.
In de bakkerij bakten we een aantal verschillende soorten cake, zoals margarine cake, roombotercake, rum rozijnen cake, amandelcake, chocoladecake, pepernotencake, kruidcake, kruidcake met rozijnen en cup cakes.
Wij bakten de cake volgens grootmoeders recept.
De werkdagen waren best wel lang, daar komt bij dat we ruim een half uur heen en een half uur terug moesten rijden van Haren naar Nieuwe Pekela.
Maar ik heb het werk met erg veel plezier gedaan.
In 1993 verhuisde de bakkerij van Nieuwe Pekela naar Glimmen, dat was een stuk dichter bij, want we zijn ook bij de bakkerij gaan wonen, ik sliep zelfs boven de bakkerij.
Dat scheelde een hoop reistijd, maar aan de andere kant, daardoor was ik eigenlijk ook altijd aan het werk, nog even dit doen of nog even dat afmaken. En dan begon ik op zondagavond al weer om de voorbereidingen te treffen voor de maandag.
Een leuke gebeurtenis die ik tijdens het werk mee heb gemaakt.
Amandelolie.
Mijn vader en ik gingen op een dag experimenteren met het maken van amandelcake. Om de smaak van amandel te versterken moet er een klein beetje amandelolie aan het beslag toegevoegd worden.
Ik mengde het beslag, terwijl mijn vader een klein beetje amandelolie in een plastic bekertje op de werktafel zette.
Het beslag was zover klaar, mijn vader wilde het bekertje met amandelolie pakken, maar deze was nergens te vinden.
Hij begon sterk aan zichzelf te twijfelen, had hij het bekertje nu wel of niet klaar gezet?
Hij wist het niet meer, dus pakte hij een nieuw bekertje om er opnieuw amandelolie in te doen. Mijn vader zette de fles amandelolie weg, hij keek weer naar het bekertje en zag dat het bekertje al voor de helft aan het oplossen was.
Toen was het ook duidelijk waar het eerste plastic bekertje was gebleven.
Amandelolie is, zo kwamen we te weten, erg sterk spul en moet dus heel erg verdund worden om te kunnen consumeren.
De cake is uiteindelijk heel erg lekker geworden, we hebben deze cake dan ook opgenomen in ons assortiment.
Ik heb al met al 10 jaar en 1 maand gewerkt in de bakkerij. Ik heb mij na deze 10 jaar laten omscholen in de richting van informatica aan het Sonneheerdt in Ermelo.
Diaconessenhuis
Van: 1988
Tot: 1989
Ik volgde vanaf 1987 een 2-jarige opleiding aan het Kort Middelbaar BeroepsOnderwijs (KMBO) aan de Akkerstraat in Groningen.
Ongeveer halverwege wilde ik toch wel graag wat geld verdienen, daarom ben ik op zoek gegaan naar werk.
Ik heb uiteindelijk gesolliciteerd bij het Diaconessenhuis in Groningen voor de functie van schoonmaker. Ik werd aangenomen voor de zondagmorgen.
Op zich klinkt het werk misschien niet zo heel erg aantrekkelijk, maar ik heb er een erg leuke tijd gehad.
In de kelder van het ziekenhuis was de ruimte waar de schoonmakers op de zondagochtend bij elkaar kwamen, voordat we daar heen gingen, zorgden we er voor dat we eerst een schone werkjas ophaalden bij de linnenkamer.
Na een bakje koffie gingen we dan ieder naar onze eigen afdeling en gingen aan de slag.
In de pauze was het de bedoeling dat we opnieuw naar de kelder gingen om daar een kopje koffie te drinken.
Dit heb ik niet zoveel gedaan, aangezien ik vrij snel op goede voet stond met de verpleegsters en gezellig met hen een bakkie deed tijdens de pauze.
Soms maakte ik wel het een en ander mee, een paar gebeurtenissen zijn de volgende.
Stank.
Een van de ruimtes op de afdeling die schoongemaakt diende te worden, was de onderzoeksruimte. Op een ochtend deed ik de deur van deze ruimte open, waarna mij de stank tegemoet kwam. Ik deed meteen de deur achter mij dicht.
Ik draaide mij om en stond tegenover mijn leidinggevende. Hij vroeg mij wat er aan de hand was. Hierop gaf ik aan dat hij de deur maar eens open moest doen.
Dit deed hij, maar ook hij sloot de deur weer meteen.
“Hoe los je dit op”, vroeg hij mij.
“Nou vrij simpel”, zei ik, “ik neem een hap lucht, spoel de WC door, loop door naar de overkant van de ruimte en doe de ramen open”.
Zo gezegd, zo gedaan. Nadat dit gebeurt was, sloot ik de deur van de onderzoeksruimte met een sleutel af.
“Deze ruimte zie ik aan het eind van mijn dienst wel weer”, zei ik tegen mijn leidinggevende.
Met respect keek hij mij aan. Maar vanaf dat moment wist hij ook dat er niet veel klussen waren die ik niet aan kon. Als er een erge klus was, dan werd ik opgeroepen om dit te doen.
Gluren.
Een andere ruimte die ik diende schoon te maken, was het toilet van de verpleegstersruimte. Hier kleedden de verpleegsters zich om.
Op een ochtend deed ik niets vermoedend de deur naar de verpleegstersruimte open om het toilet schoon te maken.
Op dat moment waren net 2 verpleegsters bezig zich om te kleden, ze stonden beide in uitsluitend een BH en onderbroek.
Ik wist niet hoe snel ik de deur weer moest sluiten.
Deze hele ochtend werd ik door de 2 verpleegsters geplaagd met de opmerking “Een beetje naar de zusters gluren hè”.
Steeds als ze dat tegen me zeiden, kreeg ik weer een rood hoofd.
Po stoel.
Op een ochtend was ik klaar met het schoonmaken van de afdeling, nog even een laatste ronde over de afdeling om te controleren of ik geen vuilniszakjes naast een deur was vergeten.
Toen ik helemaal achteraan op de afdeling was gekomen, kwamen er juist 2 verpleegsters proestend van het lachen uit een kamer zetten.
Ik keek hen aan en vroeg wat er aan de hand was.
“nou, kijk zelf maar”, zei een van hen en deed de deur van de kamer open.
In de kamer zat een vrouw op de po stoel. Onder de stoel was het helemaal nat.
Ze waren vergeten een po in de po stoel te zetten.
Ik bood hen aan om mijn schoonmaakkar op te halen om de boel schoon te maken.
Ik mocht wel mijn kar ophalen, maar ze gingen het zelf wel schoonmaken, het was immers hun schuld dat dit gebeurde.
Ik gaf aan dat ik het niet erg vond, maar daar wilden ze niets van weten.
Zo zie je, ik maakte best wel wat mee daar in het ziekenhuis.
Al met al heb ik een jaar gewerkt in het Diaconessenhuis.
Toen ik aan het werk ging in de bakkerij van mijn ouders is dit werk helaas gestopt.
Ik heb zelfs overwogen om dit tijdens de zondagen te blijven doen, maar heb dat uiteindelijk toch niet gedaan.